Project in wording

In de loop van de voorbije maanden zijn er in het teken van de conceptuele ontwikkeling van  dit project enkele testen gebeurd en hebben bepaalde gesprekken plaatsgevonden die het project sterk beïnvloed hebben.
Het is alleszins duidelijk voor ons dat we nog geen eindresultaat of concrete fysieke vorm voor ogen willen hebben, maar dat we een soort bouwproces bedenken dat kan ingezet worden, waarbij participatie in een artistiek-architecturaal project mogelijk is en in zijn  puurste vorm genoten kan worden, zonder dat iedereen plots kunstenaar, architect of performer hoeft te zijn.


Popping up in Public Space, tijdelijke werkplek in de Pianofabriek okt- dec 2010.

Van oktober tot december 2010 heeft Axel Claes van Pttl ons in de Pianofabriek uitgenodigd om deel te nemen aan de groeiende groepstentoonstelling ‘Popping Up in Public Space’. Voor deze tentoonstelling hebben we onze werkplek naar de exporuimte verhuisd. Het was voor ons de gelegenheid om enkele zaken af te tasten in de directe omgeving waar het project zich zou moeten afspelen. De vragen die we ons daar voornamelijk gesteld hebben zijn:

            1. Welke plek zou in aanmerking kunnen komen?
            2. Wat is de eerste respons van de mensen van de buurt?
            3. Hoe beginnen we aan een constructie die geleidelijk aan             
               groeit met een inbreng van zijn omgeving?




1. Een plein zonder naam

Na een doorlichting van Sint-Gillis, Vorst en omstreken op zoek naar een geschikte locatie voor het project, kwamen we uit bij verschillende interessante plekken, die elk hun kwaliteiten hadden en hun inbreng gaven in het concept. De stedenbouwkundige organisatie en de ligging bepalen grotendeels het gebruik van een plek en dit gebruik is belangrijk voor  de relatie die kan ontstaan met de sokkel die wij er willen bouwen.

We zijn op zoek gegaan naar een gedeelde plek. In principe is elke publieke plek gedeeld, maar de ene is dit meer dan de andere. Bepaalde pleinen worden namelijk opgeëist door een groep of gemeenschap en zijn daardoor minder interessant voor het project. De plek moet evengoed een natuurlijke passage kennen. Het is belangrijk dat de plek niet enkel bezocht wordt als men speciaal hiervoor uitgenodigd wordt in het teken van het project. Ze dient reeds een dagelijks actief gebruik te kennen, waardoor een spontane relatie kan ontstaan tussen gebruikers van de plek en de groeiende constructie.

We hebben uiteindelijk gekozen voor een plek die slechts door omstandigheden gegroeid is tot een plein, maar voorlopig nog geen naam draagt. In Sint-Gillis, aan de kruising van de Willem Tellstraat, de Vorstsesteenweg en de Wipstraat, is de middenzone ingericht als een voetgangersberm. Het plein wordt gebruikt als een passage en kent een diverse mix van handelaars en bewoners van verschillende nationaliteiten. Vanuit de plek heb je 5 totaal verschillende perspectieven via de uitgevende straten. De mensen kunnen zo van verschillende kanten naar de plek toegezogen worden waarbij de sokkel, zoals alle monumenten, zal dienen als een drie dimensioneel vluchtpunt om de argeloze wandelaar te leiden op zijn tocht door de stad.

Kruising van de Willem Tellstraat, de Vorstsesteenweg en de Wipstraat.

2. Het moment als monument.

In de loop van de tentoonstelling in de Pianofabriek presenteerden we het schetsboekje ‘Les  Sculptures de Plein Air à Bruxelles’. Het is gebaseerd op het gelijknamige boek van Pol Meirsschaut, uitgegeven bij Emile Bruylant in 1900. Het oorspronkelijke boek is een educatieve gids over monumenten in Brussel met 121 fotogravures. De fotogravures hebben we gedeeltelijk gekopieerd door slechts de sokkels te behouden. Deze sokkels zijn opnieuw geprint op schetspapier. Dit liet ons toe om bij potentiële deelnemers te polsen naar ideeën die konden ontstaan omtrent de invulling van lege sokkels. Een eerste test werd uitgevoerd in samenwerking met artiesten (nieuwkomers) die het  atelier van Globe Aroma bezoeken en enkele ateliers van de Pianofabriek.
Uit de voorstellen kwam een inspirerend idee van de zon op een sokkel. Quand le soleil brille, c’est pour tout le monde (Saï Nana). Het laat ons toe een sokkel in te beelden zonder beeltenis maar waarbij eerder een bepaalde positie t.o.v. van de sokkel, de plek een monumentale schoonheid kan verlenen. De vernauwende interpretatie van een beeltenis op een sokkel heeft plaats gemaakt voor de relatie die kan ontstaan tussen de sokkel en zijn omgeving, de gebruikers, de zon,... De zon wordt hiermee één van de actoren en referenties voor de unieke ervaring van de plek. De sokkel dient  als een verbindend element tussen hemel en aarde, tussen Inti Raimi en Pachamama, tussen de zon en de alledaagsheid van het plein.

We gaan intensief op zoek naar het magische moment verborgen in de dagelijkse omgang van de gebruikers met de plek en de constructie : le moment monument.
Al deze momenten, worden vastgelegd, geregistreerd, neergeschreven en verzameld in, op en rond de sokkel . De sokkel wordt hierdoor in alle mogelijke richtingen drager van inhoud.






3. De constructie van een sokkel

De vorm van de sokkel is van bij aanvang onbepaald, maar wel onmiddellijk bepalend voor de omgang ermee: buurtbewoners die de sokkel moeten doorkruisen op weg naar de kruidenier aan de overkant, spelende kinderen, een oudje op zoek naar een rustgevende stop...

Belangrijk voor het ontwerp van de sokkel is een constructieprincipe dat ingezet kan worden vertrekkend van de idee van la minga: een participatie van handige en minder handige deelnemers met verschillende culturele achtergronden.
Als bouwmateriaal maken we gebruik van bamboe. Het is licht, sterk, en daarom gemakkelijk hanteerbaar. Bamboe kent bovendien -ondermeer in Ecuador- een traditie als constructiemateriaal en in het bijzonder voor de bouw van stellingen.
We bieden iedereen de gelegenheid om in de kortste tijd een gediplomeerd bamboeknoper  te worden. Met een paar stokjes maakt men al snel platte roosters, die samengevoegd een bouwsteen vormen en vervolgens uitgroeien tot een pleinvullend vakwerk.

Door de sokkel te benaderen als een vakwerk wordt ze als een transparante container die de passant, behalve een directe voeling met de actie van de voorstellen in wording, inzage geeft in het verzamelde, opgebouwde en gearchiveerde materiaal. De sokkel  zal licht en fragiel zijn, in tegenstelling tot monumenten gemaakt uit brons en steen met de ambitie om iets fysiek te vereeuwigen.
De sokkel als een vreemde constructie zal op de plek op zoek gaan naar een recht van bestaan, een acceptatie door de buurt, al moet ze hierdoor elke keer opnieuw opgebouwd, verbouwd of hersteld worden, met als motto: VERZET IS ZINLOOS, OVERGAVE GEEN OPTIE! Vanuit deze taaiheid start een nieuwe erkenning voor de plek en de omgevende buurt.






Fragment uit Popping up in Public Space.